Site Overlay
Tuinbonen koken

Tuinbonen koken of anders bereiden

Tuinbonen koken of anders bereiden doe je, althans als er sprake is van verse tuinbonen, in de maanden april tot en met september. Dat is namelijk de periode dat er verse tuinbonen verkrijgbaar zijn, of dat er verse bonen uit eigen tuin kunnen komen.

Een groente die veel fans heeft, maar er zijn ook mensen die deze groente niet eten. Lekker dus, of juist niet.

Het is wel een groente waarmee je best wel veel kunt variëren, want deze bonen hoef je echt niet alleen gekookte te eten. De groente past ook prima, weliswaar eerst gekookt, in en zomerse salade die je kunt eten als het buiten warm en zonnig is.

Typisch zo’n groente die niet veel werk nodig heeft, buiten dan het doppen en schoonmaken.

Er zijn natuurlijk ook wel gerechten mogelijk die wat meer werk nodig hebben, zoals bijvoorbeeld tuinbonensoep. Een variatie op de typisch Hollandse erwtensoep.

Voedingswaarde

Tuinbonen moet je eerst uit de peul halen. Je hebt ongeveer 250 gram van deze bonen per persoon nodig.

Omgerekend heb je per persoon ongeveer 750 gram ongedopte tuinbonen nodig.

Energie 42 Kcal
Vet 0,7 gram, waarvan verzadigd 0,1 gram
Koolhydraten 18 gram, waarvan 9 gram suikers
Vezels 4,8 gram
Eiwit 4,5 gram
Zout 0,025 gram

Tuinbonen kopen

Tuinbonen koop je vers altijd in de peul. Dan moet je dus rekening houden met ongeveer 750 gram per persoon. Dat wil dus meteen ook zeggen dat je voor meerdere personen best wel een grotere hoeveelheid nodig hebt.

Dat is lastig, maar juist op deze manier blijven de bonen verser. Koop dan ook in geen enkel geval tuinbonen die al gedopt zijn. De bonen kunnen dan snel ouder worden en zachter. Juist de peulen zorgen ervoor dat de bonen niet kunnen uitdrogen.

Er is één uitzondering, en dat zijn ingevroren tuinbonen. Die kun je kopen bij meerdere supermarkten en deze zijn doorgaans van goed kwaliteit. Het zijn natuurlijk geen verse bonen, maar wat smaak betreft komt het er dichtbij.

Je kunt ook gedroogde tuinbonen kopen die je dan voor gebruik eerst moet weken, en in sommige winkels worden ook tuinbonen in pot of blik aangeboden. Deze zijn al gekookt en hoeven dus alleen warm gemaakt worden.

Gedroogde bonen zijn goed, maar wel wat minder van smaak. Voordeel is natuurlijk dat deze vrij lang houdbaar zijn. Dat is ook van toepassing bij bonen uit blik of pot, maar daar is de smaak toch wel minder dan bij verse bonen.

Overigens kun je verse tuinbonen ook gebruiken om de groente in te vriezen, dan blijven de bonen ook 3 tot 4 maanden goed. De smaak bij ingevroren bonen kun je vergelijken met ingevroren bonen die je in de winkel koopt. Bijna dezelfde smaak als bij vers.

Tuinbonen schoonmaken

Verse tuinbonen moet je eerst doppen want de peulen zijn niet eetbaar.

Daartoe druk je op de peulen op de rand van de twee helften, en kunt dan de bonen in één beweging uit de peulen halen.

Je kunt deze rand tussen de twee helften ook met een mesje open snijden, maar snij dan niet te diep omdat je anders in de bonen kunt snijden.

Het is een klusje dat wel even tijd kost, en je handen kunnen smerig worden van de peulen. Dus eventueel handschoenen aandoen bij de dopen.

Heb je alle bonen gedopt dan nog wel even de bonen goed wassen.

Bereiden

We gaan bij alle bereidingsmethoden uit van reeds gedopte en gewassen verse tuinbonen. Bij sommige bereidingsmethoden kun je ook ingevroren bonen gebruiken.

Tuinbonen koken

Tuinbonen koken doe je in 10 tot 15 minuten bij grote bonen, en 6 tot 7 minuten bij kleine bonen. Tussen grote en kleine bonen zit overigens ook nog wel wat smaakverschil.

Heb je zelf tuinbonen in de moestuin staan, dan kun je zelf kiezen voor kleine of grote bonen. Wil je grotere bonen dan moet je gewoon rustig wachten om de bonen te oogsten.

Doe de bonen in ruim water zonder zout toe te voegen, dit kunnen dus ook ontdooide bonen uit de vriezer zijn. Breng het water aan de kook en kook de bonen daarna volgens de hier boven omschreven tijden.

Als de bonen gekookt zijn kun je deze afgieten.

Sommigen vinden het lekker om de bonen dan terug te doen in de pan en om een klontje echte boter of wat volle melk toe te voegen.

Je kunt ook wat melk toevoegen bij het koken, dan blijven de bonen mooi licht van kleur. Voor de smaak doet het verder niets.

Nog niet zo lang geleden was het ook gebruik om een takje bonenkruid toe te voegen tijdens het koken, maar dit kruid is een beetje in onmin geraakt. Maar, kom je bonenkruid tegen of heb je het in de tuin staan, probeer het dan zeker eens.

Tuinbonen roerbakken

Als je tuinbonen eerst een minuut of 5 tot 6 kookt, kun je de bonen ook goed roerbakken. Je kunt de bonen dan in diverse Oosterse gerechten gebruiken.

Tuinbonen stoven

Schoon gemaakte tuinbonen kun je in diverse gerechten stoven, maar meestal wordt dit in combinatie met spek of ham gedaan.

Daarbij neem je normaal gesproken dezelfde hoeveelheid gekookte bonen en spek of ham.

Natuurlijk kun je er dan nog verse kruiden naar keuze bij doen, zoals bijvoorbeeld bonenkruid, lavas, of tijm.

Salade maken

Bonen, en gedopte bonen in het bijzonder, zijn zeer geschikt om te verwerken in een salade. Daartoe moeten de bonen altijd eerst gekookt worden.
Vaak worden hiervoor tuinbonen uit pot of blik gebruikt. Dat is natuurlijk makkelijke.

Wat soort salade betreft zijn er diverse mogelijkheden, in combinatie met andere groenten, fruit, kruiden, en natuurlijk vlees zoals ham of spek.

Tips en tricks

  1. Ongekookte tuinbonen, en de peulen, zijn niet eetbaar.
  2. Doe half om half water en melk in de pan voordat je de tuinbonen gaat koken. Daardoor kan het velletje minder stug worden. Dit hoef je bij jonge bonen niet te doen.
  3. Let tijdens het koken op, want tuinbonen koken snel over. Zet dus het vuur niet te hoog.
  4. Wil je verse tuinbonen bewaren, dop de bonen dan nog niet. In de peul zijn de bonen nog een week houdbaar in de koelkast.
  5. Dop de bonen vlak voordat je de tuinbonen gaat koken. Daardoor blijven de bonen mooi groen, want deze bonen kunnen bruin verkleuren als het even duurt voordat de gedopte bonen gekookt worden.

Author: Wilhelmus Hengstmengel

Als kok weet Wilhelmus Hengstmengel als geen ander dat ook simpele gerechten bijzonder smakelijk kunnen zijn. Steeds meer mensen zijn ook op zoek naar gerechten waarbij niet de hele keuken op z'n kop hoeft te worden gezet. Hij heeft inmiddels ruim 15 jaar ervaring in de keuken, en schrijft artikelen en recepten voor diverse Nederlandstalige receptensites (onder andere deze site), en enkele Duitstalige receptensites. Als oud groenteboer weet hij veel over groenten en fruit, en door het veelvuldig koken ook veel over de bereiding van vlees en vis. En natuurlijk over het langer goed houden van voedingsmiddelen. Hij heeft een passie voor het schrijven over simpele gerechten en kookmethoden. is een geboren Rotterdammer, maar vandaag de dag een echte Tiroler en Wereldburger. Zijn motto. "soms kom ik erg dom over, maar ik draag tenminste een schone leesbril, en zie dus alles helder".