Site Overlay
Wanneer kookt water?

Wanneer kookt water?

Wanneer kookt water? Het lijkt zo simpel, en iedereen die wel eens kookt gebruikt deze bereidingsmethode vaker, maar niemand kijkt eigenlijk wanneer het water kookt.

We zetten een pan met water op het vuur, wachten tot het kookt en doen de groente of de aardappelen in de pan.

Overigens maakt het niet veel uit of je de groente of de aardappelen eerst in het water doet, en dan het water aan de kook brengt, of eerst het water aan de kook brengt en dan de groente of de aardappelen in het kokende water doet.

Bij de eerste methode is het iets eerder gaar, maar dit zijn maximaal een paar seconden.

Wanneer kookt water?

Je kunt eigenlijk gemakkelijk zien wanneer het water kookt, want dan begint het te borrelen. De belletjes ontstaan op de bodem van de pan, en precies op het kookpunt van het water komen de belletjes naar boven. Dat is dus het moment dat het water kookt.

Officieel is dat dus bij 100 graden, maar dat hoeft dus niet. Het kookpunt hangt af van de luchtdruk, en dus van het weer. Bij 1 Atmosfeer of 1013 hPa, is dat inderdaad precies bij 100 graden.

Ook de hoogte kan van invloed zijn, en is dat meestal ook zo. In de Alpen kookt het water inderdaan sneller op hoogte, en dus bij een lagere temperatuur. Op de Mount Everest kookt het water al bij 69 graden.

Wat gebeurt er als water kookt?

Onafhankelijk van de temperatuur waarbij water zal gaan koken, verdampt er ook bij kamertemperatuur, zelfs bij nog langere temperaturen, al water. Bij koken verdampt het water alleen sneller, want dit is eigenlijk simplistisch gezegd het koken.

Bij kamertemperatuur verdampt het water langzaam, je ziet geen belletjes. Bij koken verdampt het water zo snel dat het met belletjes naar boven drijft er daar in een soort damp uit elkaar knalt.

De belletjes zijn dus verdampt water dat zo snel mogelijk uit het water willen ontsnappen.

Al het water kookt, en niets kan meer afkoelen in een pan met water. De bodem van de pan is heet, en het hete water wil allemaal naar onderen. Warmte daalt immers. Het verdampte water, de belletjes dus, zijn ietwat koeler, en dat wordt naar boven geduwd als het ware.

Dat ze je bijvoorbeeld als je de deksel op de pan hebt als het water begint te koken. Het verdampen wordt zo sterk dat zelfs de pan lichtjes wordt opgetild en dus heen en weer begint te gaan.

Deze condens zal, als je een deksel gebruikt, weer afkoelen op de deksel en weer in normaal water veranderen. En drupt dan meestal weer terug in de pan.

Bijvoorbeeld een ouderwetse fluitketel, kan daardoor beginnen te fluiten als het water kookt. De damp zorgt ervoor dat de stoom, of het verdampt water, door de fluit wordt gestuurd door de kracht van het verdampte water.

Zachtjes of hard koken

Zachtjes of hard koken maakt wel degelijk verschil, tenminste als we ernaar kijken uit culinair oogpunt.

Bij zachtjes koken heeft het water weliswaar de kooktemperatuur bereikt, maar blijft op dezelfde snelheid doorkoken en verdampen. De temperatuur van het water is nog steeds op kooktemperatuur, dus normaal gesproken 100 graden.

Op een hoog vuur koken, daarbij wordt door het hoge vuur de bodem van de pan sterker verhit dan de temperatuur van het water is. Het water wordt sneller warm dan het kan afkoelen. Er verdampt steeds meer water, en er komen dus steeds meer belletjes in het water.

Steeds meer condens wil ontsnappen. Maart de temperatuur van het water is normaal gesproken nog steeds 100 graden. Dat veranderd dus niet bij koken op een laag vuur en niet bij koken op een hoog vuur.

Bij het zachtjes door laten koken verdampt het water echter net zo snel. Dus voor de werking heeft het geen verschil.

Voor het koken van de groente of de aardappelen heeft het wel een groot verschil. Hoe hoger het vuur, hoe sneller het kookt en hoe sneller het uit elkaar valt, maar voor het water dus geen verschil.

Zout of suiker – Kookvertraging

Normaal dus kookt het water bij 100 graden, op hoogte bij lagere temperaturen. Maar er zijn uitzonderingen, en dat is bijvoorbeeld door zout aan het water toe te voegen, en enkele andere stoffen zoals bijvoorbeeld suiker.

Laten we kijken naar zout omdat dat bij het koken vaker gebruikt wordt.

Zout zorgt er bijvoorbeeld voor dat water minder snel bevriest. Ook het smeltpunt van zout water is veel langer dan 0 graden, waarbij zoet water zal smelten.

Zout zorgt ook voor een hogere kooktemperatuur.

Water met zout heeft dus langer nodig om te koken. Maar ga het niet nameten, want het is een klein verschil, en je zult het doorgaans niet merken.

Koken met een snlkookpan

Bij een snelkookpan wordt er voor een hogere luchtdruk gezorgd in de pan. Vaak is de snelkookpan voorzien van een overdrukventiel waardoor de damp kan ontsnappen, terwijl de luchtdruk in de pan hoger blijft.

We hadden in het begin van dit stuk al geschreven dat bij een andere luchtdruk water eerder kan koken, net als op hoogte.

In een snelkookpan kookt het water door de luchtdruk in de pan bij een pas bij een hogere temperatuur. Soms zelfs pas bij 120 graden of nog hoger.

Het eten is door de hogere temperatuur sneller gaar en daardoor heeft het meestal meer smaak.

Author: Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel heeft een passie voor voortreffelijk eten en heerlijke snacks. Hij heeft een voorliefde ontwikkeld voor verse, regionaal geteelde producten zonder lange aanvoertijden en transportafstanden.