Site Overlay
Sperziebonen kweken

Sperziebonen kweken

Sperziebonen kweken kun je eigenlijk niet op bijvoorbeeld een balkon doen, of op een heel klein stukje tuin. Meestal heb je redelijk veel ruimte nodig om deze groente te kunnen kweken.

Daarbij moeten we natuurlijk voorop stellen dat je eigenlijk twee soorten sperziebonen hebt, die onderverdeeld kunnen worden in verschillende rassen.

Enerzijds heb je de laagblijvende soort, en anderzijds heb je de soort die je moet laten klimmen via een herkwerk, gaas, of stokken. De beide soorten worden soms wel omschreven als struikbonen en staakbonen.

Beide zijn sperziebonen, beide kunnen bijzonder lekker zijn, beide kunnen een grote oogst opleveren. Beide soorten hebben ook veel ruimte nodig in de moestuin. Eventueel kun je de klimmende soorten meestal makkelijker op balkon of in een kleinere ruimte kweken, omdat deze de hoogte in moet groeien.

Je kunt kleine plantjes kopen in pot, maar deze zijn meestal erg lastig om in de moestuin te planten. Vaak, maar niet altijd, overleven deze jonge plantjes het overplanten niet.

We raden dus aan om gewoon de bonen te zaaien.

Welke soort je wilt gebruiken hangt voornamelijk van je eigen soort af. Er zijn namelijk talloze soorten. Gele, groente, ruwe, gladde, met veel draden, zonder veel draden, paarse, en ga zo maar door.

Over al deze soorten nog twee dingen. Persoonlijk is de soort Purple Queen altijd de soort geweest die het lekkerste is, en de beste opbrengst heeft. Maar dat is persoonlijk. Het is overigens een laagblijvende soort van 40 tot 50 centimeter, en die dus niet hoeft te klimmen langs stokken en dergelijke.

De soort heeft nauwelijks draden, en dat is vaak wel iets waar je het beste op kunt letten. Neem dus een soort met weinig of geen draden. Want dat is niet lekker als je bonnen aan het eten bent. Je kunt de draden er natuurlijk afhalen, maar het blijft een lastig karweitje.

Wanneer sperziebonen zaaien?

Sperziebonen zaaien, soms wordt ook wel gesproken over poten, doe je het beste als de kou weg is, en er vooral geen kans meer is op nachtvorst. Want daar kunnen de gezaaide bonen en de jonge plantje helemaal niet tegen.

We zaaien dus pas vanaf 15 mei, of een paar dagen eerder als je zeker weet dat er geen nachtvorst meer komt.

De beste temperatuur is als de temperatuur overdag 15 tot 18 graden is, want pas bij dergelijke temperaturen kiemen de bonen. De kiemtijd bedraagt ongeveer 2 tot 3 weken, mits de temperaturen hoog genoeg zijn.

Eventueel kun je eerder zaaien vanaf eind april, onder een tunnelkasje van plastic, of iets dergelijks.

Een trucje om de bonen sneller te laten kiemen is het een nachtje in lauwwarm water laten weken. Maar, soms beschimmelen de bonen daardoor, vooral als het nat weer is nadat de bonen gezaaid zijn.

Je kunt, als je weinig ruimte hebt, de bonen ook rustig in een pot zaaien, maar bij voorkeur niet na het opkomen in een grotere pot verplanten.

Zaaien doe je bij laagblijvende soorten het beste in regels met een tussenruimte van ongeveer 10 centimeter, en een regelruimte van ongeveer 40 centimeter.

Bij klimmende soorten plaats je eerst het hekwerk of de stokken. Bij een hekwerk hou je ongeveer 10 centimeter afstand, ook weer in een regel. Bij stokken kun je meerder bonen zaaien rond ieder stuk, bijvoorbeeld 2 of 3, maar dan ook weer met ongeveer dezelfde afstand tussen de bonen. Dat is ook handig als sommige bonen niet opkomen. Dan blijft deze stok dus niet leeg.

Welke standplaats?

Je moet bij het kiezen van de juiste standplaats rekening houden met twee dingen.

De grond mag niet te vochtig zijn, want dan zullen de bonen slechts kiemen, snel verrotten, en uiteindelijk weinig tot geen bonen opleveren.
De standplaats moet zonnig zijn, dus bijna of de hele dagen zon. Want ook weer tot gevolg heeft natuurlijk dat de grond niet snel te vochtig is.

Voeding en snoeien

Je hoeft zowel de klimmende soorten als de laagblijvende soort niet te snoeien. Het toppen heeft ook weinig effect tegen luizen, hetgeen je soms leest op internet.

Als de grond in de moestuin vooraf, bijvoorbeeld bij het spitten, voorzien is van compost of mest, hoef je eigenlijk daarna geen voeding te gebruiken, maar het mag natuurlijk wel na 6 tot 8 weken na het kiemen.

Ook in pot is het eigenlijk niet nodig, omdat de potgrond voldoende voeding bevat.

Als het warm en droog is moeten de bonen vanzelfsprekend wat water krijgen, maar niet meer dan de bodem snel kan opnemen.

Schadelijke dieren en ziekten

Wat nog wel eens voor wil komen, is dat de toppen van de sperziebonen last krijgen van luizen.

Op zich is daar weinig tegen te doen, en de greep naar een chemisch middel is dan ook snel genomen.

Eventueel kun je een mengsel van groene zeep, spiritus en lauwwarm water over de luizen sproeien, maar de planten groeien wat minder na het toepassen van dit huismiddeltje.

Je kunt ook, want de luizen gaan vaak in de toppen van de bonenplantjes zitten, de toppen weg knippen.

Daarnaast zijn er talloze ziekten waar de bonen last van kunnen krijgen, meestal en voornamelijk als de bonen te vochtig staan. Dus dat is vooral zaak om vooraf een zinnige en niet vochtige standplaats te kiezen.

Sperziebonen oogsten

Sperziebonen oogsten kun je als de bonen lang genoeg zijn, en stevig aanvoelen. Kun je de bonen, de steeltjes waaraan de bonen zitten, makkelijk van de plant breken, dan zijn de bonen goed.

Breek ze zoveel mogelijk van de plant naar beneden. De andere kant op kunnen er grotere delen van de plant breken, en soms kunnen de wortel los geraken.

Wil je bonen gebruiken om volgend jaar te zaaien, laat je de peulen helemaal geel en zacht worden. Dan kun je de bonen makkelijk uit de peulen halen, en zijn de bonen ook groot genoeg.

Laat de bonen daarna nog een tijdje drogen om ze tot volgend jaar te bewaren.

In sommige delen van Nederland worden de laatste bonen, die zijn dokker en groter, en worden dus niet direct geplukt als ze rijp zijn, gebruikt voor speciale gerechten zoals bijvoorbeeld voor Brokkebonensoep.

Tips en tricks

Je kunt het beste in zogeheten plukbeurten oogsten. Oogst dus niet iedere dag een beetje, maar bijvoorbeeld één keer per week. Dat is vooral handig als je de bonen wilt inmaken of invriezen.

Author: Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel heeft een passie voor voortreffelijk eten en heerlijke snacks. Hij heeft een voorliefde ontwikkeld voor verse, regionaal geteelde producten zonder lange aanvoertijden en transportafstanden.